Grote houtworm           Xestobium rufovillosum  de Geer Famillie: Anobiidae (Klopkevers) Inleiding
De grote houtworm is minder algemeen dan de kleine houtworm( Anobium punctatum) en heeft een voorkeur voor hardere loofhout soorten die vochtig geweest zijn.
Aantastingen ontstaan dikwijls waar er een contact is met vocchtige muren, druppen van condensatiewater, lekkages.
De aantasting gebeurt meestal na een voorafgaande aantasting van schimmels. Daardoor ishet hout iets verteerd en vormt de schimmel zelf een voedselbron voor de larve.
De grote houtworm komt veel voor bij monumenten (kerken oude woningen en kastelen) Identificatie
vlieggaten: 2-4mm diameter
eieren: wit, 0,6mm onopvallend
larve: geelachtig wit, met pootjes
adulte kever: kop enigszins verscholen onder het gebochelde pronotum of halsschild.
De kleur is donkerbruin, grijsgeel gevlekt, lengte: 4-9mm. Ontwikkeling
De adulte kevers vliegen uit in april mei. In verwarmde ruimten kan dat reeds vroeger beginnen.
Bij massale aantasting gebeurt de paring ongetwijfeld in het hout zelf waarna de wijfjes eieren afzetten in zogenaamde “kraamkamers”. Een weifje legt 40 tot 60 eieren.
De ontwikkeling van de larven duurt minstens 3 jaar en kan oplopen tot 10 jaar.
Het is vooral de aanwezigheid van schimmels in het hout die van belang is voor de groei van de larven.
De adulten maken vooral s’avonds in en buiten het hout een tikkend, roffelend geluid, vanwaar soms de naam doodsklopper wordt gebruikt. Een behandeling tegen deze soort komt bij ons voor 70% in eiken hout voor.
De omvang van de schade is uiterlijk niet juist vast te stellen, door het kraamkamer-effect ziet men aan het aantal uitvliegpoeningen niet hoeveel larven of kevers in het hout zitten. | 
Geen opmerkingen:
Een reactie posten